Glyfosaat nog steeds niet verboden en gebruikt bij Amerikaanse eik 

 

AMERSFOORT - In Nederland is er het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) dat beoordeelt of gewasbeschermingsmiddelen en biociden veilig zijn voor mens, dier en milieu, vóórdat ze worden verkocht. De vraag is ook belangrijk wat men doet, na zoveel jaar dat een product in gebruik is genomen. 

Behandeling verbod
Oktober 2023 heeft Nederland niet voor of tegen het gebruik van glyfosaat gestemd, ondanks dat de Tweede Kamer het toenmalige demissionaire kabinet opriep om tegen het toestaan van de stof te stemmen. Er zou een motie hebben gelegen dat sprak van een verbod vanaf 1 januari 2024, wat het dus niet is geworden. 
In november 2023 besloot de EU de goedkeuring van glyfosaat met 10 jaar te verlengen. Daarna zou Ctgb gaan beoordelen of middelen op basis van glyfosaat nog steeds voldoen aan de toelatingsvereisten en de voorwaarden die de EU aan het verlengingsbesluit heeft gesteld. Volgens de site van de Overheid mogen particulieren geen gewasbeschermingsmiddelen met glyfosaat gebruiken. Daarentegen wel boeren en telers in de landbouw. Tevens zijn er uitzonderingsgevallen genoemd. Daarnaast wordt er verwezen naar de ‘Regeling gewasbeschermingsmiddelen biociden’ (die zou lopen tot 31.12.2023), waarin wordt aangegeven dat er uitzonderingen zijn voor het gebruik. Hierbij wordt onder meer aangegeven “ … voor een gerichte bestrijding van terrestrische soorten die zijn opgenomen op de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten …

Vanuit de markt lijken alleen maar berichten te komen dat glyfosaat nodig is. Maar men kon in september 2023 een artikel lezen over glyfosaat dat afkomstig was van een zaadverdeler. Hij gaf aan glyfosaat alle plantengroei waarmee het in aanraking kwam doodt, waarna na de oogst de velden helemaal kaal in de brandende zon komen te liggen. Zonder de stof blijven er na de oogst altijd plantenresten en onkruid achter. Maar wil men echt werken aan verbetering van het klimaat en het milieu is het belangrijk om veel bomen te planten en te stoppen met het gebruik van glyfosaat.  

Beheer invasieve exoten 
Op de site van Natuurmonumenten werd op 15 mei 2019 een artikel geplaatst over natuurgebieden waar zogenaamde invasieve exoten zorgen voor het verlies van bedreigde planten en dieren, men de inzet van glyfosaat als laatste redmiddel ziet. Hierbij wordt de stof gebruikt om stobben of afgemaaide planten in te smeren. Dit gebeurt op een manier - volgens de site - dat glyfosaat niet lekt naar de omgeving. 
De organisatie pleit voor het afbouwen en stoppen met het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en men zegt dat  men de afgelopen jaren het gebruik van glyfosaat heeft afgebouwd. 

Ook in dit artikel wordt aangegeven dat de verspreiding van de invasieve exoten een ernstige bedreiging vormt voor natuurwaarden. Hierbij wordt gewezen naar een rapport van de VN, waarin wordt gemeld dat de invasieve exoten de 5e oorzaak zijn dat 1 miljoen planten en dieren wereldwijd met uitsterven worden bedreigd. Daarnaast verspreiden de invasieve exoten zich door de klimaatverandering en opwarming van de aarde, wat dan weer een bedreiging is van de biodiversiteit. En wederom komt het stokpaardje van de organisatie ter sprake: Japanse duizendknoop, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. In het artikel werd ook aangegeven dat de handmatige of mechanische bestrijding vrij complex is en men daarom - in uitzonderingssituaties - gebruik heeft gemaakt van glyfosaat (aanstippen). Dit zou op kleine schaal zijn gebeurd met maximale verzorgingsmaatregelen. De organisatie zou het gebruik van glyfosaat sinds 2017 hebben afgebouwd om er in 2020 helemaal mee te stoppen.  Toch geeft het artikel dat Natuurmonumenten bij hoge uitzondering glyfosaat gebruikt op het moment dat alternatieve methoden om “ … exoten te bestrijden … “niet blijken te werken. 

De organisatie is gevraagd hoe de stand van zaken is met de gebieden van Amerikaanse eiken waar men de Amerikaanse eik wil ‘verwijderen’ en waar men nog glyfosaat gebruikt.