Grond vervuild met benzeen, gevonden bij bergen vliegtuig  

 

NOARDEAST-FRYSLAN - Defensie heeft de berging van een Messerschmitt in het Noorderleeg in Hallum (gemeente Noardeast-Fryslân) stilgelegd. Volgens de sites van Defensie en de gemeente en lokale media blijkt dat de opgegraven grond vervuild is met benzeen van nog aanwezige vliegtuigbrandstof. 

Stilleggen werkzaamheden
De luchtmacht was bij het dorp Hallum een Duitse Messerschmitt uit de Tweede Wereldoorlog aan het bergen. Het vliegtuig is op 16 juli 1943 neergestort met de piloot nog aan boord. Volgens de gegevens zou er benzeen van de nog aanwezige vliegtuigbrandstof in de grond aangetroffen zijn. Defensie heeft daarom besloten om de werkzaamheden op de verwerkingslocatie in Holwert stil te leggen. Op deze locatie wordt de afgegraven grond beetje voor beetje afgezocht op eventuele stoffelijke resten. Daarnaast meldt Defensie dat de berging van het Duitse vliegtuig wel is afgerond.    

De gemeentelijke site van de gemeente Noardeast-Fryslân laat weten dat Defensie op 29 juli was begonnen met de berging van 2 vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog. Dit gebeurde met civiele partners. Het gaat hierbij om een Duitse en Britse kist, waarbij - volgens de gemeente - al vooraf bekend was dat op de plek van het Duitse vliegtuigwrak een concentratie benzeen in de grond zat. Daarom is besloten om de berging uit te voeren onder sameringsomstandigheden, waarbij geen medewerkers in de put hoefden te klimmen. 

Niet terug te vinden - vooralsnog niet - zijn de waarden van benzeen toen men begon met de afgravingen. De vraag is of vooraf een compleet onderzoek is gedaan en of de werkzaamheden en het vervoer veilig uitgevoerd konden worden. De gemeente geeft in ieder geval aan dat ná de opgravingen en het vervoer van de opgegraven grond naar het verwerkingsterrein in Holwert de vervuiling groter bleek te zijn dan gedacht. Hierbij kan dan de vraag gesteld worden hoe het vervoer is geregeld en of de grond luchtdicht is afgevoerd waardoor de benzeendamp kon toenemen. Dit zou normaal gesproken niet moeten kunnen voor de grond. Er is nog geprobeerd - zo meldt de gemeente - om de ontluchting te verbeteren, daar tijdens het zeven de afzuiging van de dampen niet naar behoren heeft gewerkt. 

Een speciaal team, het zogenaamde CBRN-team (chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair) zou metingen uitvoeren, om er achter te komen op welke manier de afgegraven grond toch nog verwerkt kan worden. Overigens ligt er op het verwerkingsterrein in Holwert ook bovengrond van het gebied van het tweede vliegtuigwrak ligt, de Britse Vickers Wellington HE346. De gemeente geeft aan dat deze grond wel schoon is en gezeefd wordt.  

Volgens de site van Eurolab is een van bodemverontreinigende stoffen BTEX en een van de meest voorkomende grondwaterverontreiniging. BTEX staat voor Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleenverbindingen. De vraag is of de leden van de PFAS-familie ondertussen de BTEX voorbij is gegaan als het gaat om de hoeveelheid besmettingen. Benzeen zou onder meer gebruikt worden bij industriële kunststoffen, nyloncomponenten en vliegtuigbrandstof.  
Andere sites spreken over dat belangrijke bronnen van benzeen onder meer tabaksrook, 
benzinestations, uitlaatgassen, lijmen en verven kunnen zijn. Zo zou benzeen in het grondwater terecht kunnen komen door lekkende opslagtanks of door het uitspoelen van een afvalstort. Daarnaast is er de mogelijkheid dat benzeen via vervuild water of vervuilde grond door verdamping in de lucht kan komen. 

Voorheen - voor dat men de gevaren echt leerde kennen - werden handen en laboratoriumtafels met benzeen schoongemaakt. Bijna elk (chemisch) lab ( en mogelijk ook elk drugsgerelateerd lab) heeft benzeen op het schap staan. Aan het begin van vorige eeuw reden trams op benzeen. Daarnaast kan benzeen ook gebruikt worden in napalm.  
De site Scientias, die onder meer een artikel heeft geschreven over 9/11, heeft aangegeven dat bij veel hulpverleners leukemie is vastgesteld. Volgens de site zou er een bewezen verband zijn tussen blootstelling aan benzeen en acute myeloïde leukemie. En benzeen zat toen in de vliegtuigbrandstof.